Op vele plekken in het onderwijs zijn mens en systeem van elkaar vervreemd door aansturing van steeds machtiger management. Leren én lesgeven moeten weer terugkeren naar de kern: persoonsgerichte ontwikkeling binnen de collectieve ambitie in plaats van collectief kennis stampen in een toetsingsfabriek plof-studenten.
Het protest van studenten dat om zich heen grijpt verzet zich tegen de dominantie van het rendementsdenken. Dit is echter slechts het topje van de ijsberg, het echte probleem zit veel dieper.
De werkwijze in het onderwijs kenmerkt zich door efficiëntie en effectiviteit. Er wordt resultaatgericht gewerkt vanuit vooropgezette doelstellingen en normen. Deze worden steeds meer getoetst, vanuit de wens om de kwaliteit te verhogen. Wat echter die kwaliteit inhoudt, daarover gaat het eigenlijk zelden of nooit.
toetsdrang
De toetsdrang is veel te ver doorgeslagen en is verheven tot doel. De sfeer is daarmee sterk verzakelijkt en de nadruk ligt nog meer op het systeem dan op het individu: de student. Deze werkwijze is nog steeds verbazingwekkend traditioneel en is gericht op vakken, collectieve kennis en vaardigheden die klassikaal worden behandeld.
We leggen nog altijd de nadruk op disciplineren en afleren, niet op het ontwikkelen van iemands talenten. Nog steeds na al die decennia geen persoonsgerichte ontwikkeling, maar collectief leren. De student staat dus niet centraal, maar de organisatie, in dit geval de opleiding. Er zijn gelukkig ook opleidingen die persoonsgerichte ontwikkeling van studenten wel centraal stellen, maar dit zijn helaas nog uitzonderingen.
nieuwe uitgangspunten
Kortom, in het beroepsonderwijs staan docenten en studenten in dienst van een diepgewortelde structuur. De oplossing zit dus vooral niet in meer geld, want dat gaat vooral naar de organisatie (structuur) en niet naar de mensen. Mens en systeem zijn dus van elkaar vervreemd, er is sprake van verbroken verbindingen. Waar de docent kennis wil overdragen vanuit zijn of haar passie en bezieling, is dit in de praktijk verworden tot de overdracht van kennis van een onderwijsproducent aan een onderwijsconsument op basis van doelmatigheid, efficiency en een opgelegde onderwijsaanpak.Het onderwijs is dus ver afgedreven van de kern en dat vraagt om een ingrijpende verandering. Een transitie van bureaucratisch naar flexibel, van zakelijk naar menselijk, van gestandaardiseerd naar divers, van verstard naar ruimte biedend en van rendement naar kwaliteit (bof-studenten). Dat vraagt om nieuwe uitgangspunten vanuit een nieuwe oriëntatie.